In deze cursus van Vijfhart maak je eerst kennis met de objectgeoriënteerde benadering, waarbij we Java gebruiken om de concepten concreet te maken. Daarna stap je over naar UML en leer je hoe je ontwerpen visualiseert met verschillende diagrammen. Alle UML-diagrammen komen aan bod, maar de nadruk ligt op de meest gebruikte in de praktijk: use-case-, activiteit-, klasse- en sequence-diagrammen. De cursus sluit af met een casus waarin je de diverse diagrammen samen toepast.
Je leert de belangrijkste OO-concepten begrijpen en toepassen: werken met klassen en instanties, attributen en methoden, encapsulation met public en private, associaties en constructors. Ook onderwerpen als overerving (specialisatie, generalisatie, superklasse en subklasse), visibility, overriding en overloading komen uitgebreid aan bod. Daarnaast verdiep je je in abstracte klassen, polymorfisme, interfaces, static variabelen en methoden, en de mogelijke problemen bij multiple inheritance. Ook ontdek je hoe je design patterns inzet en hoe een objectgeoriënteerd programma gebruik kan maken van databases.
De theorie vertaal je direct naar de praktijk met UML. Je leert wat een use-case model is, hoe actoren, stereotypen en flows werken en welk detailniveau een model moet hebben. Verder oefen je met activiteitdiagrammen, klassendiagrammen en toestandsdiagrammen, en leer je hoe je de betekenis van associaties correct weergeeft. Ook user interface-modellering krijgt een plek in het ontwerpproces. In de afsluitende casus breng je alles samen en oefen je met het toepassen van de verschillende diagrammen in een realistisch scenario.
Deze cursus gaat altijd door (startgarantie).